Maatschappelijk ondernemen

Wonen voor bijzondere groepen mogelijk maken is een van de maatschappelijke doelen die Bergopwaarts nastreeft. Met de oplevering van De Droom is een prachtig initiatief gerealiseerd.

 

Interview met moeder Nelly en zoon Robin de Groot: Genieten van een eigen plek

K_RobinEnNelly
Robin de Groot (23) heeft het syndroom van Down. Net als zijn leeftijdsgenoten heeft Robin behoefte aan een plek voor zichzelf. Zijn moeder Nelly (61) vertelt: ‘Ik ben actief in een ouderinitiatief van kinderen met een beperking. Al jaren werken we intensief aan de toekomst van onze kinderen. Want Robin is natuurlijk niet de enige die graag zelfstandig wil wonen. Zo kwamen we een jaar of zes geleden terecht bij Bergopwaarts. Gezamenlijk hebben we gekeken wat we wilden, wat er mogelijk was en na veel besprekingen verrees De Droom aan het Crobachplantsoen in Deurne.’

In 2014 kreeg Robin, die werkt bij Brownies & Downies in Asten, de sleutel. Hij glundert van oor tot oor als hij vertelt over De Droom. ‘Ja, ik vind het heel fijn om daar te wonen.’ Hij heeft een eigen kamer met televisie en slaapkamer, én er is een knusse woonkamer waar hij met andere bewoners gezellig tijd kan doorbrengen.

Er wordt gezamenlijk gekookt en warm gegeten. Alle bewoners worden geholpen in dagelijkse gang van zaken door zes vaste begeleiders. ‘Mijn vaste begeleider heet Suzan,’ zegt Robin, die ook de andere vijf moeiteloos weet te benoemen. Met Suzan maakt hij plannen voor zijn leerdoelen en worden dagelijkse dingen voorbereid. Robin woont op de begane grond, in het appartement dat hij zelf uitkoos. Hij vindt het leuk om te koken, houdt van winkelen en maakt het graag gezellig in de gezamenlijke huiskamer of in de grote tuin. ‘Ik heb een mooi huis!’

In De Droom wonen momenteel negen jonge mensen met een beperking. Er zijn vérgaande besprekingen met een tiende bewoner. ‘Die moet natuurlijk wel goed bij de groep passen,’ zegt Nelly en Robin knikt. ‘Ja, want het is gezellig.’

Het enthousiasme van Robin straalt van hem af. Hij is blij met zijn woning en met zijn werk. Dankzij Bergopwaarts is De Droom precies geworden wat het ouderinitiatief voor ogen had.

 

Interview met bewoner Stefan van den Dungen en manager wonen Jacqueline Weusthof: Structuur is belangrijk

K_StefanEnJaqueline
Stefan van den Dungen (26) is sinds drie jaar cliënt bij het Regionaal Autisme Centrum. Begin december 2014 kreeg hij de sleutel van het complex waar hij regelmatig was gaan kijken en twee maanden later trok hij erin.

Autisten hebben het niet makkelijk. Aan de buitenkant kan de wereld niet zien hoe ze soms worstelen met sociale vaardigheden. Stefan heeft veel begeleiding en training gehad en kan zich inmiddels goed redden. Hij werkt als kok bij een eetcafé in Asten: ‘Horeca is mijn passie.’ Werken geeft hem de regelmaat en de structuur die hij nodig heeft om goed en prettig te kunnen functioneren. ‘Ik heb het geluk dat ik van mijn hobby mijn beroep heb mogen maken,’ zegt hij.

Het begeleidende woonteam regelt alle praktische zaken. In de ochtend helpen ze de bewoners op te starten, ’s avonds om de dag af te sluiten. Stefan vindt het fijn om na afloop van zijn werk te praten over zijn dag, en voor hem is die individuele begeleiding dan ook heel belangrijk. Het is zijn manier van alles verwerken. ‘Ik maak er vrijwel dagelijks gebruik van. Alleen zijn is iets waar ik in het begin veel moeite mee had.’

Jacqueline Weusthof werkt bij het Regionaal Autisme Centrum. Door het gezamenlijke karakter van het wooninitiatief Rozenstraat kan de zorg op maat door het RAC worden geleverd. ‘De stap naar zelfstandig wonen is vaak groot. Ouders moeten loslaten, vertrouwen opbouwen is belangrijk.’

Stefan: ‘Thuis wordt alles voor je gedaan. In de Rozenstraat moet je dat allemaal zelf doen. Voor een autist is dat plannen, loslaten en alles regelen erg lastig.’Jacqueline: ‘Juist dat loskomen van thuis is minder moeilijk in een wooneenheid als de Rozenstraat. Onze cliënten zijn aangewezen op sociale huur, door geclusterd wonen kan begeleiding op maat worden geleverd. Op deze manier kunnen we de bewoners beter monitoren en problemen zoals vereenzaming of overlast tijdig signaleren. ’

Het RAC heeft Bergopwaarts actief benaderd voor de realisatie van deze huisvesting. Bergopwaarts vond voor de hulpvraag een complex dat anti-kraak werd bewoond en daarna ging het snel. ‘De samenwerking is heel belangrijk,’ zegt Jacqueline. Met de Rozenstraat heeft Bergopwaarts opnieuw een mooi aandeel geleverd in de visie ‘maatschappelijk ondernemen’.

 

Leefbaarheid
Dat wij met wonen niet alleen het huis en de stenen bedoelen, blijkt uit onze investeringen ter verbetering van de leefbaarheid. Zo hebben we een woning beschikbaar gesteld om  het wijkondersteuningspunt De Stip in Asten te realiseren. Een punt in de wijk waar bewoners terecht kunnen met hun vragen, en ook waar ze gezamenlijk activiteiten kunnen ondernemen.

Daarnaast ondersteunen wij burger- en/of verenigingsinitiatieven, die bijdragen aan een betere leefomgeving van onze klant of de hele gemeenschap. Veel aandacht besteden we aan het beperken van overlast die sommige bewoners ervaren van anderen. Ondanks de problemen, die steeds meer huurders van de crisis ondervinden, hebben we de huurachterstanden binnen acceptabele grenzen weten te houden door vroegtijdig te anticiperen en in gesprek te gaan met onze klanten.

 

Interview met een wijkondersteuner: Blij met De Stip

K_Moniek
Sociaal wijkondersteuner Moniek Hoeve (52), werkzaam in Asten, had geen vaste plek waar zij in gesprek kon gaan met bewoners van de Paddestoelenwijk. Bewoners uitten dezelfde behoefte: zij wilden een punt in de wijk waar zij terecht konden met hun vragen, en waar ze ook gezamenlijk activiteiten konden ondernemen. Naar aanleiding van Monieks verzoek bundelden Bergopwaarts en de gemeente hun krachten en het nieuwe wijkondersteuningspunt was een feit toen Bergopwaarts een woning op het Boletenplein ter beschikking stelde.

De gehele benedenwoning werd omgeturnd tot wijkondersteuningspunt, diverse ruimtes kregen een nieuwe bestemming. Om met Moniek te spreken: ‘Mensen kunnen binnenlopen voor informatie, een bakkie koffie, een krantje of gewoon… om een beetje te buurten.’

Moniek is blij met het wijkondersteuningspunt. Ze heeft er een klein kantoortje ingericht en heeft sinds de opening ’s morgens inloopuur dat druk wordt bezocht. Drie dagen in de week is ze volop bezig met de leefbaarheid in heel Asten. De Stip is precies wat Moniek voor ogen had: een vaste plek met een vaste tijd voor de inwoners van Asten.